Duitse Constitutionele Hof beslist over CETA

Karlsruhe – Op 13 oktober zal het Bundesverfassungsgericht zich uitspreken of de Bondsregering van Merkel zich positief kan uitlaten voor CETA. Meer dan 190.000 burgers willen op deze manier de voorlopige inwerkingtreding van het verdrag tegenhouden.

De burgers vinden het vrijhandelsverdrag met Canada een aantasting van het democratische principe. Het verdrag kan zonder inbreng van nationale parlementen door de Europese Commissie veranderd worden en geeft ondernemingen het recht om via een speciaal gerecht klachten tegen landen of lokale overheden in te dienen.

Er staat veel op het spel. Als de regering van Merkel, zoals de klagers willen, niet op 18 oktober kan instemmen met het verdrag dan geeft dat voor de gehele EU problemen, omdat er binnen de EU unanieme overeenstemming moet zijn.

CETA staat voor Comprehensive Economic and Trade Agreement en is een vrijhandelsverdrag tussen Canada en de EU.

De groep van de klagers waren Mehr Demokratie, Foodwatch en Campact, en daarnaast burger met volmacht van meer dan 190.000 ondersteuners. Een van de klagers zegt:”De burgers moeten aan het einde alle schade die ontstaat zoals bij milieuverontreiniging betalen met hun geld en hun leven.” Een parlementslid van die Linke zegt: “Het wezenlijke is de uitholling van de democratie.”

In Duitsland is het verzet tegen de handelsverdragen TTIP en CETA het sterkst. Op 17 september zijn 320.000 mensen op de been gekomen tegen de handelsverdragen. In Berlijn, Hamburg, Köln, Frankfurt, Stuttgart, München en Leipzig protesteren mensen tegen de verdragen met Canada en de VS.

Na instemming van het Europese Parlement zou CETA begin 2017 in delen voorlopig in werking kunnen treden. Het kan pas volledig van kracht worden nadat de parlementen van de 28 lidstaten het hebben geratificeerd.

De hoogste rechtsprekende macht in Duitsland is het constitutioneel gerechtshof in Karlsruhe, het Bundesverfassungsgericht. Dit hof is in 1951 opgericht en bewaakt de grondwet. Als een groepering, partij of Duits staatsburger het niet eens is met de interpretatie van de grondwet dan kan het Bundesverfassungsgericht gevraagd worden hierover een oordeel te vellen. Nederland heeft geen enkele mogelijkheid om op deze manier de grondwet te beschermen. Rechters zullen, als zij toch een verzoek hiertoe krijgen, verwijzen naar artikel 120 van de Grondwet, waarin staat dat toetsing met de grondwet niet mogelijk is.

Meer over TTIP/CETA

Rob Vellekoop, 12 oktober 2016

 

5 Comments

  1. En inderdaad: “Bundesverfassugsgericht macht Weg für CETA frei”. (DWN vandaag).

  2. Men vergisse zich niet: ook het Bundesverfassungsgericht doet slechts wat de banken willen. Ik breng hier nog even het veeljarige en moedige verzet van een aantal duitse wetenschappers (onder hen Prof. Dr. Albrecht Schachtschneider en Prof. Dr. Wilhelm Hankel)in de herinnering die via dit gerechtshof hun uiterste hebben gedaan om het ESM-verdrag als “verfassungswidrig” tegen te houden.

    Zij zijn daarin niet geslaagd.

    • Rechtbankpresident Vosskuhle van het BfG destijds:

      “Sie werden nicht prüfen ob die wirtschafliche Hilfe an Griechenland sinnvoll ist oder nicht. Das ist die Aufgabe der Politik”.

      Klaar is Kees!

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.