Amerikanen voelen zich minder veilig na 15 jaar oorlog

De Amerikanen zijn door respectievelijk de presidenten Bush en Obama (Nobelprijs winnaar voor de vrede) verschillende oorlogen ingestuurd, waaronder die met Irak, omdat Saddam Hussein een bedreiging zou vormen voor de veiligheid van de VS. Ze moesten Libië bombarderen en Gaddafi vermoorden uit veiligheidsoverwegingen. Hetzelfde geldt nog steeds voor de Taliban in Afghanistan en Assad in Syrië.

Vijftien jaar na 9/11 en de uitgeroepen Amerikaanse War on Terror tegen de zogenaamde ‘As van het kwaad’ zien Amerikanen dat het hen miljarden heeft gekost met duizenden doden (militairen en huurlingen), dat het gemeenschappen heeft verwoest en eindeloos menselijk leed heeft veroorzaakt.

Volgens een peiling van het Center for the National Interest en het Charles Koch Institute voelen Amerikanen zich zelfs helemaal niet veilig na 15 jaar oorlog. Ron Paul zegt dat het kantelpunt is bereikt waarop Amerikanen beginnen te eisen dat er verandering moet komen in de buitenlandse politiek.

Meer over de peiling.

 

Slechts 14 procent van de geregistreerde kiezers in de VS gelooft dat het land veiliger is geworden sinds 2001. Meer dan de helft van de Amerikanen gelooft dat de VS en de rest van de wereld minder veilig zijn geworden door de buitenlandse politiek van het land.

• Op de vraag of vergeleken bij de afgelopen 15 jaar de volgende president meer of minder militairen overzee zou moeten inzetten, antwoordt een overweldigende meerderheid (75 procent) minder.
• Of de VS grondtroepen in Syrië zou moeten inzetten zegt 51 procent van de Amerikanen Nee, 24 procent zegt Ja en 25 procent weet het niet.
• Daarnaast vindt 80% van de Amerikanen dat voor militaire acties door de VS in het buitenland toestemming van het Amerikaanse congres nodig is.

Download alle resultaten van de peiling.

Rob Vellekoop, 5 november 2016