1. Schrijf de brief
- Geef aan tegen welke beslissing je bezwaar maakt.
- Vertel kort en zakelijk waarom je het niet eens bent met de beslissing. Geef ook aan wat volgens jou de beslissing moet zijn.
- Vermeld welke documenten je meestuurt (zie punt 2).
- Vermeld je naam, adres en de datum waarop je het bezwaarschrift verstuurt.
- Onderteken het bezwaarschrift.
2. Maak kopieën en verstuur de brief
- Maak een kopie van je brief en van alle documenten die je meestuurt.
- Verstuur het in 1 envelop naar de uitkeringsinstantie, liefst aangetekend (niet verplicht, wel handig).
- Als je het bezwaarschrift persoonlijk afgeeft bij het kantoor van de uitkeringsinstantie, vraag dan altijd om een ontvangstbevestiging.
- Stuur een kopie van de beslissing mee waartegen je bezwaar maakt.
Let op de uiterste datum waarop het bezwaarschrift binnen moet zijn bij de uitkeringsinstantie. Ben je te laat, dan kan je geen bezwaar meer maken.
Geef een reactie