9. Zorgt De Nederlandsche Bank voor een veilig betalingsverkeer met solide en integere financiële instellingen?
Het financiële systeem is op het drijfzand van het vertrouwen gebouwd. Zolang de burger vertrouwen houdt in de waarde van de euro en in de banken zal het systeem blijven functioneren. Echter op het moment dat burgers bang zijn dat de bank hun geld niet goed beheert en massaal hun tegoeden gaan opvragen (bank run), komen de banken in de problemen.

Zij hebben namelijk niet zoals de mythes ons willen doen geloven het geld in spaarpotten opgeslagen zodat iedere rekeninghouder het kan opnemen. Zoals gezegd is slechts 5% fysiek geld in de vorm van biljetten en munten, de rest is lucht! En mensen kunnen uitsluitend fysiek geld opnemen. Daar ligt het gigantische probleem van de bankwereld.

Het bouwwerk lijkt misschien degelijk vanaf de buitenkant. De bankgebouwen zien er niet voor niets imposant en indrukwekkend uit, kijk bijvoorbeeld naar het 1,6 miljard kostende fort van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Aan de binnenkant van het bankgebouw werken echter steeds minder mensen. En er zijn steeds meer computersystemen die steeds meer geld verdienen aan de luchtkastelen van ondoorzichtige bancaire producten. Wanneer cliënten van een bank besluiten dat zij allemaal hun tegoeden willen opnemen betekent dit binnen de kortste keren het einde van een bank. Denk aan DSB een aantal jaar geleden. Een gerucht over het niet in staat zijn tot betalen van tegoeden was voldoende om de bank failliet te laten gaan. Deze bank werd echter als enige niet met staatssteun overeind gehouden.

Zoals in dit boekje is uiteengezet rust ons financiële systeem op twee pijlers. Dat is de geldschepping en het heffen van rente als vergoeding voor het uitlenen van geld.
Doordat de geldschepping in handen is van commerciële banken vindt dit plaats als bedrijfsactiviteit van de bank. Zij kijken op welke manier zij zo veel mogelijk winst kunnen maken. Terwijl de geldcreatie afgestemd zou moeten zijn op het Bruto Binnenlands Product (BBP). Feitelijk wordt er (inter)nationaal gezien in het wilde weg geld gecreëerd zonder controle van de overheid. De overheid probeert via de centrale banken een beetje bij te sturen. De commerciële banken zijn echter niet verplicht hieraan mee te werken. De burger heeft op dit geldcircus geen enkele democratische controle of invloed.

Daar bovenop is er de rente. Voor eigenaren van geld een prachtige bonus. Al het geld is door de commerciële banken gecreëerd (ongeveer 95% van al het geld dat in omloop is) om aan de vraag van mensen die geld nodig hadden te voldoen. Met andere woorden iedere euro is een schuldbekentenis aan de commerciële bank. Over dit uitgeleende geld krijgt de bank rente. Deze rente wordt net zolang betaald totdat de lening is afgelost. Op dat moment vernietigt de bank de schuld en is er minder geld in omloop.

Dit geldschepping- en rentespel is het echte monopolyspel. Helaas wordt het anders gepresenteerd. Namelijk als een op het oog ingewikkeld financieel spel dat alleen deskundigen kunnen begrijpen en dat gewone mensen afschrikt zich er in te verdiepen. Hierdoor wordt de meerderheid van de wereldbevolking al eeuwenlang zand in de ogen gestrooid en daarmee willen wij voor eens en voor altijd afrekenen.

Overige hoofdstukken