2. Waarom is het zo belangrijk dat Ons geld niet van ons is?
De derde Amerikaanse president Jefferson zei het al:

“Ik ben er van overtuigd dat banken een grotere bedreiging zijn voor onze vrijheid dan vijandige troepen. Het uitgeven van geld zou moeten worden afgepakt van de banken en teruggegeven aan hen die dit toebehoort”.

Deze kwestie met de banken speelt al enkele eeuwen en tot nu toe hebben zij vrij spel. Zij hebben ooit het privilege van geldschepping gekregen en zij hebben dit tot op de dag van vandaag nog steeds in handen. Blijkbaar beschikken zij over een enorme macht om het monopolyspel van de geldschepping zolang ongehinderd vol te kunnen uitvoeren.

Wat Jefferson zegt is dat de partij die de geldschepping in handen heeft de werkelijke macht heeft. Dat is de reden dat in de democratie zoveel mis loopt. De burgers zijn niet aan de macht via hun volksvertegenwoordigers, maar de eigenaren van de banken die de geldschepping beheren.

Burgers kiezen in feite marionetten die binnen een zekere marge mogen acteren, maar wezenlijk niets aan het financiële systeem kunnen veranderen, omdat de vertegenwoordigers van deze eigenaren, de banken aan de geldkraan zitten. Tot nu lijkt slechts een land zich enigszins aan de wurggreep van banken te ontworstelen. Het is IJsland dat een aantal bankdirecteuren tot celstraffen voor hun aandeel in de financiële crisis van 2008 heeft veroordeeld. Terwijl landen in de rest van de wereld dit niet aandurfden, beducht als ze zijn voor de bancaire macht.

Overige hoofdstukken