7. Wie heeft de werkelijke macht in handen?
De burger is door schade en schande wijs er achter gekomen dat hij ondanks zijn stemrecht niet de macht in handen heeft. Ook politici komen hier na enige tijd achter. Zij worden gesteld voor voldongen feiten. Zo worden zij geconfronteerd met het uitgangspunt ‘er moet bezuinigd worden’. Zo langzamerhand vraagt na decennia van bezuinigen zich niemand meer af waarom er jaar in jaar uit bezuinigd moet worden. Tegenwoordig moet er bezuinigd worden omdat ‘Europa’ dit wil.

Binnen EU-verband is afgesproken dat het begrotingstekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het BNP (Bruto Binnenlands Product). Ieder land dat dus meer geld uitgeeft dan het binnen krijgt, waarbij dit bedrag groter is dan 3% van het BBP, is in overtreding. Niemand weet waarom de grens bij 3% gelegd is. Een Frans econoom schijnt zich ooit over deze kwestie gebogen te hebben en heeft met wat handjeklap het percentage op 3 gesteld. Toch is dit een criterium waaraan onze politici als perfect afgerichte hondjes gehoorzamen.

Een deel van de overheidsuitgaven is zoals eerder aangegeven rente. Dat is niet alleen de 8 miljard die Nederland rechtstreeks of indirect aan de banken betaalt, maar daar hoort ook bij de 35% aan prijsverhoging doordat overal rente in zit. Kortom onze lasten zijn door toedoen van rente (die per saldo weer aan de banken betaald moet worden) torenhoog en verkleinen de ruimte van onze totale uitgaven. Bijvoorbeeld de ruimte voor uitgaven aan de zorg, onderwijs, sociale stelsel.

Banken bepalen dus een belangrijk deel van de uitgaven van de staatskas. Zij maken uit hoeveel geld er in de economie gepompt wordt via leningen (direct of indirect via de club van banken verenigd in de BIS, waarover later meer). Zij bepalen hoeveel rente de overheid moet afdragen. Zij bepalen de hoogte van de prijzen van eten en drinken, de auto, fiets, woning. Zij bepalen de woonlasten. Dit gebeurt steeds dankzij het machtige middel van de geldcreatie in combinatie met rente. Kortom de eigenaren van banken kunnen de burger (indirect) maken of breken.

Particuliere banken scheppen 95% van al het geld dat in omloop is. Zij doen dit zonder enige democratische controle. Zij maken geld wanneer zij geld WILLEN uitlenen, bijvoorbeeld voor hypothecaire leningen en zij vernietigen geld wanneer leningen worden afgelost. Het enige dat voor hen telt is winst. En op het moment dat zij verlies maken en failliet dreigen te gaan moet de belastingbetaler de bank overeind houden uit vrees dat hun val de nationale economie om zeep helpt.

Opvallend is daarnaast het ondemocratische gehalte van de centrale banken zoals de Europese Centrale Bank en ‘onze’ eigen centrale bank De Nederlandsche Bank (DNB). Door de Naastingswet is de eigendom van DNB overgegaan van privé-bezit (onder andere het Koninklijk Huis als aandeelhouder) naar de Nederlandse Staat.
De Nederlandsche Bank valt echter niet onder verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën, maar is onafhankelijk van de staat en daardoor buiten het bereik van iedere democratische controle. De kiezer heeft geen controle op het beleid van DNB. Daarnaast kan DNB niet worden verplicht tot openheid van zaken, omdat zij het recht op geheimhouding hebben. DNB oefent als onafhankelijke instelling controle uit over de Nederlandse banken en heeft een zetel in de raad van de Europese Centrale Bank (ECB).

Als toelichting op deze vreemde constructie zegt DNB op haar website:

“Van DNB wordt voorts verwacht dat zij gevraagd en ongevraagd advies geeft over het economische beleid, zowel op nationaal als internationaal niveau. Ook daarvoor is onafhankelijkheid essentieel.”

Met andere woorden centrale banken zoals De Nederlandsche Bank staan boven de wet, zij leggen geen verantwoording af aan de kiezer en dit dient om hun onafhankelijkheid te bewaken. Ondertussen besturen zij wel de (financiële) wereld.

De grote vraag is natuurlijk waarom deze banken onafhankelijk zouden moeten zijn. Is dit bedoeld om politiek gericht en daardoor niet neutraal handelen te voorkomen? Wil dat zeggen dat de politiek niet en de banken wel betrouwbaar zijn wanneer het over neutraal financieel handelen gaat?
Kortom de ECB vertegenwoordigt een ondemocratische macht die de samenleving beheerst en bestuurt. Regeringen laten zich voor het karretje spannen van de club van machtigen der aarde, die de eigenaren van het bankwezen zijn en daar wringt de schoen.

Overige hoofdstukken